Het stadslab Duindorp is gestart met een algemene verkenning en het vormen van een netwerk van professionals. Uit de gesprekken met professionals komt vooral naar voren dat er wel veel aandacht is voor de jongeren, maar dat de negatieve voorbeelden in de wijk een slechte invloed hebben op het gedrag van de jongeren. Uit de gesprekken met jongeren blijkt dat zij het gevoel hebben dat er voor kinderen ouder dan 10 jaar steeds minder te doen is in de wijk dan voor jongere kinderen. Daarnaast zien zij zich vooral als slachtoffer van het negatieve imago van Duindorp, waardoor ‘goed gedrag’ niet gezien of bevestigd wordt en zij vooral negatief of repressief benaderd worden. Zij worden weggestuurd bij de plekken waar zij hangen, en soms zelfs bekeurd of opgepakt bij botsingen met politie en handhaving. Professionals, maar ook de jongeren, noemen dat generatie op generatie Duindorpers dit ervaart.

Zowel wijkprofessionals als onderzoekers erkennen dat jongeren gestimuleerd kunnen worden tot positieve gedragsverandering door middel van talentontwikkeling en rolmodelvorming (Noorda & Van Dijk, 2015; Werner & Smith, 2001). Bij talentontwikkeling moet expliciet worden gedacht aan kennismaking met hobby’s en interessegebieden die minder gangbaar zijn in de wijk. Ontwikkelingspsychologen benadrukken dat het uitdagen van jongeren om hun identiteit te verkennen en te versterken van belang is om nieuw gedrag aan te leren (Erikson, 1981; Noorda & Van Dijk, 2015). Inzetten op de ontwikkeling van rolmodellen bij Duindorpse jongeren wordt door professionals aangemerkt als de belangrijke mogelijkheid om jongeren te motiveren een ander pad te bewandelen.

Het doel van dit project is om bij te dragen aan een rijker toekomstperspectief voor jongeren in Duindorp, door in samenwerking met wijkprofessionals jongeren te stimuleren om zich te ontwikkelen tot positieve rolmodellen met unieke talenten in de wijk.

Het project heeft een looptijd van een jaar en is gestart in 2023.

Onderzoekers: Sam Schrevel en Milou Andriessen