Blog van Rob Gilsing: Gezocht: probleemeigenaars!
Bijna de helft van de jeugdhulpprofessionals in de regio Haaglanden ervaart onvoldoende ruimte om te investeren in de relatie met hun cliënten. Een bijna even groot deel zegt niet genoeg ruimte te hebben om te doen wat nodig is voor de jeugdigen en ouders die zij ondersteunen. En een eveneens aanzienlijk deel zegt dat er te weinig ruimte is voor zaken als reflectie en intervisie.
Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van de tweede meting van het professionalervaringsonderzoek in de regio. Toegegeven, we weten niet in hoeverre het onderzoek representatief is. Maar de resultaten van deze tweede meting onder 150 professionals komen in grote lijnen overeen met de eerste, onder 180 professionals. Waarbij beide keren de deelname gelijkelijk verdeeld was over GI’s, aanbieders van specialistische jeugdhulp en lokale teams.
De resultaten zijn, alhoewel nauwelijks verrassend, opnieuw verontrustend. Ook omdat de ervaren professionele ruimte samenhangt met werkplezier en met de kans dat professionals werkzaam blijven in de jeugdhulp. Hoe minder ruimte zij ervaren, hoe lager het werkplezier en hoe lager de kans dat zij zichzelf over een jaar nog in de sector zien werken. En dat in een van de sectoren waar personeel toch al schaars is.
De resultaten verontrusten bovenal omdat iedere professional weet dat de relatie met cliënten cruciaal is voor werkzame ondersteuning. Wetenschappelijk onderzoek steunt dit inzicht van professionals. Een goede alliantie tussen cliënt en professional – ook aangeduid met het magische ‘de klik’ – is een van de belangrijkste werkzame bestanddelen en misschien zelfs wel een noodzakelijke voorwaarde voor een duurzaam resultaat van de inzet van professionals. Keer op keer wijzen onderzoeken waarin jeugdigen en/of ouders naar hun ervaringen worden gevraagd dezelfde kant op. Gelijkwaardigheid, serieus nemen, echt en oordeelloos luisteren, gezamenlijk beslissen over de aanpak – dit is waar het in de alliantie om draait.
De vraag is nu: wie voelt zich eigenaar van het probleem dat zoveel jeugdhulpprofessionals een gebrek aan ruimte ervaren om te investeren in die alliantie en om te doen wat nodig is? In de sessies met professionals die wij in het kader van het genoemde onderzoek organiseerden, zeiden zij hierin ook een belangrijke rol voor zichzelf te zien. Door aan te dringen op sterke teams die gezamenlijk de ruimte nemen die nodig is om goede hulp te bieden. Door vanuit beroepseer ruimte op te eisen en de beroepscode leidend te laten zijn boven eisen vanuit de eigen organisatie of vanuit beleid.
Maar professionals wijzen ook naar ‘het beleid’. Beleid van gemeenten dat vertaling vindt in de eisen die hun eigen organisatie stelt, bijvoorbeeld op het gebied van verantwoording en het moment dat professionals kunnen starten met het bieden van hulp. Beleid dat binnen een en dezelfde regio verschilt tussen gemeenten en noopt tot steeds weer nadenken over de eisen waaraan een hulptraject nu weer moet voldoen. Jeugdhulporganisaties wijzen naar gemeenten en regio’s. Gemeenten en regio’s wijzen vervolgens naar het rijk.
Met het wijzen naar elkaar komen we geen stap verder. Net als professionals die binnen hun mogelijkheden zoeken naar oplossingen, moeten ook gemeenten en aanbieders aan de slag. Gemeenten, door nog veel meer dan nu te kijken naar de toegevoegde waarde van regels en procedures, ook in de inkoop. Aanbieders door hun interne verantwoordingsprocedures nog eens scherp tegen het licht houden. Door te investeren in sterke teams, met een sterk gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid, gestoeld op beroepseer. Gemeenten en aanbieders samen, door veel meer te opereren vanuit vertrouwen. In elkaar, maar bovenal in betrokken professionals. Alleen dan zullen we over een paar jaar niet hoeven te constateren dat we geen stap verder zijn, en daarbij opnieuw vooral naar elkaar wijzen.
Echt eigenaarschap dus op dit thema, dat is nu dus van het allergrootste belang. Eigenaars die niet naar anderen wijzen, maar daadwerkelijk zelf aan de slag gaan - in de gelukkige omstandigheid daarbij te kunnen rekenen op de steun en betrokkenheid van de professionals in de sector. LOS HET OP!