Delen is simpel, logisch, maar vaak nog niet rendabel. Zo kunnen we dat veranderen
Tekst: Claartje Vogel
Foto: Jasper Claus
De deeleconomie heeft de potentie om de wereld ingrijpend te veranderen. Waarom is dat nog niet gebeurd? Wat moeten we doen voor meer positieve impact? Lector Nicole Stofberg en vijf andere platformdeskundigen delen hun inzichten.
De deeleconomie zou de wereld kunnen verbeteren, schreef het toonaangevende Time Magazine 12 jaar geleden. Delen is tenslotte duurzaam en sociaal. Wat is de impact van deelplatformen tot nu toe? En hoe kunnen we die vergroten? Daarover ging het evenement 'Navigating the Sharing Economy and Its Transformative Impact' op SPUI25 in Amsterdam.
"De deeleconomie heeft nog niet tot de grote verandering geleid die Time Magazine voorzag", vertelt lector Platformeconomie Nicole Stofberg (Haagse Hogeschool) tijdens haar presentatie. Aanleiding voor deze bijeenkomst was haar promotieonderzoek naar vertrouwen en de deeleconomie. "Bijna alle kleine Nederlandse platformen hadden het moeilijk afgelopen jaren. Ik zag velen ten onder gaan. Toch geloof ik nog steeds dat de deeleconomie kan zorgen voor een grote verandering in ons consumptiegedrag."
Waarom delen meer impact kan hebben dan duurzame productie
Stofberg onderzoekt al lang hoe we kunnen komen tot een duurzamere economie. Uit eerdere studies blijkt dat hoewel mensen zeggen dat ze bereid zijn meer te betalen voor eerlijke producten, zij in de praktijk meestal toch de goedkoopste optie kiezen. Delen zou een goed alternatief kunnen zijn, denkt Stofberg. Het is namelijk zowel goedkoper als milieuvriendelijker.
"Neem bijvoorbeeld een boormachine", zegt ze. "Als je weet dat de gemiddelde persoon zijn boormachine in totaal 15 minuten gebruikt, is het niet logisch om er zelf een te kopen. Lenen of huren is goedkoper en beter voor het milieu."
Delen is alomtegenwoordig, met en zonder platform
Waarom delen we nog niet massaal onze auto's, gereedschap en andere spullen die je sporadisch gebruikt? En wat kunnen we doen om dat te veranderen? Daarover ging de presentatie van Stofberg en de aansluitende paneldiscussie met ervaringsdeskundigen. Platformexpert Martijn Arets leidde het panel met Harmen van Sprang (mede-oprichter Sharing Cities Alliance en ShareNL), Daan Weddepohl (oprichter van deelplatform Peerby), Ananda Groag (expert op het gebied van gedeelde, duurzame mobiliteit) en Gerjan den Hertog (oprichter van deelplatform GearShare.nl).
Spullen delen is eigenlijk niets nieuws en bovendien is het alomtegenwoordig. We delen via platformen, maar ook vaak zonder. Dat heeft allerlei voordelen, vertelt mobiliteitsdeskundige Ananda Groag. Zij merkt dat autodelen bijvoorbeeld steeds populairder wordt. "In de Frans Halsbuurt in Amsterdam zie je het effect daarvan op straat: dankzij autodelen zijn er minder parkeerplaatsen nodig en is er veel meer gemeenschappelijke ruimte", vertelt ze. "Er zijn steeds meer van dit soort initiatieven waarbij bewoners zich organiseren en via de gemeente onderhandelen over ander gebruik van openbare plekken."
Harmen van Sprang (Sharing Cities Alliance) ziet dat ook hergebruik steeds normaler wordt. Zo hebben steeds meer grote kledingmerken een recyclingprogramma en gebruiken zijn dochters Vinted om tweedehands kleding te kopen. "Mijn hoop is dat toekomstige generaties delen en hergebruiken steeds normaler gaan vinden, met en zonder technologie.”
Simpel, logisch, maar lastig om rendabel te maken
De belofte van platformen is dat zij de impact van deelinitiatieven fors kunnen vergroten. Dankzij een app als SnappCar kun je makkelijk overal een auto lenen. Je bent niet meer afhankelijk van je kennissen en familie. Hetzelfde geldt voor spullen delen via een app als Peerby. Toch zijn veel initiatieven nog niet zo groot als een decennium geleden verwacht.
"Spullen delen is een logisch, simpel idee, maar een platform rendabel maken is helemaal niet makkelijk", vertelt Daan Weddepohl, oprichter van Peerby. Hij begon het platform 12 jaar geleden en inmiddels is het een van de succesvolste Nederlandse voorbeelden van de deeleconomie. "Peerby bestaat eigenlijk uit tienduizenden hyperlokale marktplaatsen van buurtgenoten die spullen delen. De gebruiksfrequentie van de individuele producten is laag en de prijs ook, mensen vragen vaak een kleine of helemaal geen vergoeding. Al met al een ingewikkeld begin voor een schaalbaar, financieel gezond bedrijf. We hebben sinds de oprichting veel moeten aanpassen om te overleven en uiteindelijk succesvol te zijn."
Sinds 2015 sprak onderzoeker Stofberg talloze platformen. "De meesten bestaan niet meer", vertelt ze. "Voor een deel komt dat door geldgebrek. Banken en investeerders vinden de businesscases te risicovol."
Consument is verwend
Ook Gerjan den Hertog van deelplatform GearShare.nl merkt dat een deelplatform winstgevend maken moeilijk is. Hij is duurzaamheidsexpert en in zijn vrije tijd wandelt hij graag. Hij had al jaren het idee voor een platform om outdoorkleding en -uitrusting te delen. "Maar uit mijn eigen onderzoek bleek al gauw dat het niet lucratief zou zijn", vertelt hij. Toen hij een jaar geleden een nieuwe baan kreeg en wat geld over had, besloot hij het platform toch te beginnen. "Ik wil gewoon dat dit bestaat, dus ik investeer erin."
Wat maakt het moeilijk? "Mensen zijn wel enthousiast over het idee om hun kleding en tenten te delen, maar ze zijn ook terughoudend", vertelt Den Hertog. "Het is vaak duur, met zorg uitgezocht materiaal. Daarnaast is het een nichemarkt en wonen mensen vaak wat verder weg. Dat maakt spullen ophalen moeilijk. Het is dan ook belangrijk om meer gebruikers aan te trekken, zodat de kans dat iemand in jouw buurt heeft wat je zoekt groter wordt."
"We zijn ontzettend verwend", vindt Groag. "Een film, een auto, een tent: het moet direct beschikbaar zijn als we het nodig hebben. On demand is de norm. Er is een systeemverandering nodig. Dat vergt een lange adem en toewijding van zowel consumenten als de overheid."
Vertrouwen als voorwaarde voor succes
Stofberg onderzocht onder welke voorwaarden mensen bereid zijn om spullen te delen. "Natuurlijk spelen kosten een rol, maar gemak en vertrouwen zijn misschien nog wel belangrijker", vertelt ze. "Een boormachine delen moet net zo eenvoudig zijn als er een bestellen, waarbij gemak niet ten koste mag gaan van het sociale aspect. Daarnaast wil jij als je je apparaat uitleent zeker weten dat je het in goede staat terugkrijgt."
Uit haar onderzoek onder 1000 actieve gebruikers van platformen Peerby, Thuisafgehaald en Snappcar bleek hoe belangrijk contact tussen de lener en de uitlener is. "Positieve, warme interacties met andere gebruikers leiden ertoe dat mensen vaker delen, zich verantwoordelijker gedragen en een stapje verder gaan voor een ander."
Platformen kunnen het vertrouwen ook versterken met beleid. Maar te strenge regels maken transacties ingewikkelder en zitten gemak in de weg. "Er zijn grote verschillen in sociale en economische risico's tussen de platformen", legt ze uit. "Goede klantenservice, een verzekering en screening van gebruikers zijn bijvoorbeeld heel belangrijk als je auto's deelt. Maar als je een hamer wilt lenen, zijn zulke maatregelen overdreven. Platformen moeten dus een balans vinden."
Rol van de overheid
Van Sprang vertelt dat wetgeving voor platformen afgelopen jaren strenger is geworden. Dat heeft voor- en nadelen. "Zo'n tien jaar geleden was de overheid veel enthousiaster over de deeleconomie", vertelt hij. "Nu zijn steden wereldwijd in gevecht met grote, vaak Amerikaanse platformen zoals AirBnB en Uber. Als ze met strengere regels komen, vergeten ze vaak dat die wetgeving ook kleinere, lokale platformen en coöperaties raakt. Deze initiatieven zijn financieel kwetsbaar, maar voegen vaak meer waarde toe aan de gemeenschap."
Weddepohl vindt dat de overheid meer moet doen om delen te stimuleren. "Het belastingstelsel is gebaseerd op de lineaire economie: kopen, gebruiken, weggooien, vervangen“, vertelt hij. "Dat is ook het makkelijkste verdienmodel voor bedrijven. Dat moet anders en dat vergt ingrijpende keuzes van de overheid. Dat zal moeilijk worden voor bepaalde bedrijven, niet elke organisatie kan overleven."
Daarnaast moeten burgers wennen aan andere manieren van consumeren, zegt hij. "Wat nu goedkoop en verspillend is, moet duur worden. Wat nu duurzaam maar duur is, zou een voordelige keuze moeten zijn. Vliegen duur, treinen goedkoop, vlees duur, groenten goedkoop. Zo'n verandering doet een beetje pijn, maar dat is nodig voor verandering."
Systeemverandering
"Zolang economische prikkels nog vol worden ingezet op de verkeerde variabelen, dan blijft het klooien in een slecht systeem", zegt platformexpert Martijn Arets. "Om de deeleconomie te laten groeien en echt duurzame impact te maken, moeten we het echt anders doen. Spullen delen levert voordeel op, maar volgens mij gaat de echte verandering pas plaatsvinden als de fabrikant geld verdient aan het gebruik van het product in plaats van de aanschaf. De overheid moet dat stimuleren door bijvoorbeeld de belasting op grondstoffen te verhogen en die op arbeid te verlagen."
Kortom, er zijn allerlei manieren waarop platformen delen aantrekkelijker kunnen maken. Maar om de deeleconomie te laten floreren en duurzame impact te maken moeten we allemaal aan de slag. De overheid met regulering en stimulans, de consument met een nieuw perspectief en het bedrijfsleven met duurzame businessmodellen.