Docent Technische Natuurkunde Martijn Hunter over het nieuwe Instellingsplan
"Voor mij is het plan the shining house on the hill"
De studenten kijken er al niet meer van op. De collega’s ook niet. Bij Technische Natuurkunde staat docent, eerstejaarscoördinator en mentor Martijn Hunter op blote voeten en gekleed in een korte broek voor de klas. Ook als het buiten vriest. “Daar voel ik mij goed bij. Ik wil mij graag verbinden met de ander. Nou, op je blote voeten kan je geen haast hebben, leef je in het hier en nu.” Martijn is een enthousiast ambassadeur van het nieuwe Instellingsplan. Inclusie en kansengelijkheid zijn voor hem de hoofdthema’s.
Binnen de opleiding Technische Natuurkunde in Delft wil Martijn graag de motivator en bruggenbouwer zijn richting een écht inclusieve school waar kansengelijkheid is voor iedereen. “Als iedereen kan zijn wie hij is, zitten we goed. Dan zijn we een inclusieve hogeschool.” Het lijkt zo simpel. Maar het vraagt tijd, overtuiging en training. Hij is blij dat het Instellingsplan diezelfde boodschap uitdraagt.
Blij met jongvolwassenen
Na zijn studie aan de – toen nog – Technische Hogeschool in Rijswijk (later opgegaan in De Haagse Hogeschool) en aan de TU Delft, werkte Martijn een aantal jaren in het bedrijfsleven als R&D-engineer. “Als natuurkundige dacht ik allerlei technisch complexe producten uit die mijn werkgever dan in de markt kon zetten.” Het was niet zijn droombaan. “Ik miste steeds meer de verbinding met jonge mensen. Dus als jij mij vraagt waar ik liever sta, voor de klas of in een R&D-laboratorium, dan weet je wat mijn antwoord is: voor de klas. Ik word er blij van dat ik hier met jongvolwassenen werk. Ik ben mij sterk aan het ontwikkelen richting studieloopbaanbegeleiding en aandachtsfunctionaris. Die zorgtaken voor onze studenten Technische Natuurkunde spreken mij erg aan.”
Curriculum als co-creatie
Martijn gelooft dat dingen altijd beter kunnen en dat de menselijke maat daarin leidend moet zijn. “Wat heeft een student nodig om succesvol te zijn? Hoe kon ik daaraan bijdragen? Hoe kan het curriculum wat we nu aan het ontwikkelen zijn daarbij helpen?” Als eerstejaarscoördinator is Martijn één van de trekkers van dat nieuwe curriculum dat als eerste in de propedeusefase wordt gerealiseerd. “Zo’n curriculum bouwen is een zaak van docenten, studenten en werkveld. Echt een co-creatie.”
Maatwerk als norm
De diversiteit bij Technische Natuurkunde is groot. “Niet qua etniciteit, wel qua neurodiversiteit. De hersenen werken nu eenmaal bij iedereen anders. Wij hebben relatief veel studenten met dyslexie, ADHD of een stoornis uit het autismespectrum. We hebben ook relatief veel studenten die superslim zijn en die veel meer uitdaging willen hebben. Hoe mooi zou het zijn als wij in het ontwerp van ons onderwijs daar rekening mee houden! Ook al denk je op een andere manier, heb je een andere leerbehoefte, dat je dan nog steeds goed mee kunt komen in het onderwijs dat wij bieden. Dan moet ons onderwijs zo flexibel worden qua aanbod en toetsing, dat maatwerk de norm wordt.”
Dan moet ons onderwijs zo flexibel zijn qua aanbod en toetsing, dat maatwerk de norm wordt.
Instellingsplan gaat helpen
Als maatwerk de norm wordt, hebben docenten optimaal oog voor hun studenten. Krijgt iedereen ook gelijke kansen. Martijn: “Ik ben zelf op de lts begonnen. Daarna volgden de mts, hts en de universiteit. Mijn persoonlijke student journey was alleen mogelijk omdat de docenten voor de klas zagen wat mijn potentie was. Omdat zij mij daarin ondersteunden. Zo iemand wil ik zelf graag zijn. Mijn droombaan is de aandachtsfunctionaris te zijn binnen Technische Natuurkunde die inclusief onderwijs mogelijk maakt. Het nieuwe Instellingsplan gaat ontzettend helpen om dat werkelijkheid te laten worden.”
Bruggen bouwen
Hij erkent dat de bewoordingen in het Instellingsplan best wel hoog over kunnen zijn voor docenten. “In die zin staat het ver af van de werkvloer. Maar voor mij is het plan wel the shining house on the hill. Als ik mijn bevlogenheid kan inzetten om het Instellingsplan te vertalen naar iets wat werkelijk toegevoegde waarde biedt voor Technische Natuurkunde, dan kunnen mijn collega’s aanhaken op die vertaling. Het is mijn uitdaging en een heel interessant deel van mijn werk om daarin bruggen te bouwen. In de hoop dat dit leidt tot een intrinsieke motivatie voor het nieuwe curriculum.”
Organisatie nodig
Wat betekent dat dan heel concreet binnen Technische Natuurkunde? Martijn: “Flexibilisering in leerroutes en toetsvormen. Lesvormen meer blended maken. Inspelen op neurodiversiteit. Meer inzetten op coaching en begeleiding. Dat kunnen we natuurlijk niet alleen fiksen. “Als het gaat om meer flexibele leerroutes, kunnen we kijken hoe tweejarige pro-opleidingen dat doen. Als het gaat om flexibele toetsvormen, hebben we de ondersteunende diensten nodig die de organisatie van de toetsing anders gaan faciliteren. Als het gaat om neurodiversiteit, moeten we kennis daarover elders uit de organisatie halen. In co-creatie kunnen we heel veel.”
Dat lukt allemaal niet van het ene op het andere moment. “Het zal training, doorzettingsvermogen en geduld vergen. Als die intrinsieke motivatie er maar is. Het duurde bij mij ook een halfjaar trainen voordat ik op blote voeten door het bos durfde te joggen. Maar nu voelt het heerlijk en vrij."
In de serie Verhalen van De Haagse delen we portretten van collega’s en studenten, waarin zij vertellen over de verbinding tussen hun eigen drijfveren met het Instellingsplan.