Langstudeerboete heeft verwoestende effecten
25 juni 2024
Een boete van 3000 euro voor iedere student die meer dan een jaar vertraging oploopt, bovenop het collegegeld. Hier is De Haagse Hogeschool het pertinent niet mee eens.
Een boete van 3000 euro voor iedere student die meer dan een jaar vertraging oploopt, bovenop het collegegeld. Dit is een van de plannen van het nieuwe kabinet. Hier is De Haagse Hogeschool het pertinent niet mee eens. Arend Hardorff, lid van het College van Bestuur legt in de Trouw uit waarom.
Het mogelijk opnieuw invoeren van de langstudeerboete is het lelijkste konijn uit de formatiehoed. Met deze maatregel moeten studenten die meer dan een jaar uitlopen 3000 euro boete per jaar betalen, bovenop hun collegegeld. De opbrengsten gaan niet naar onderwijskwaliteit, het is een pure bezuiniging.
Wij maken ons grote zorgen over deze boete, omdat die vooral kwetsbare studenten hard raakt en de studiedruk fors verhoogt. Dat veroorzaakt ongetwijfeld een nieuwe pechgeneratie. De Haagse Hogeschool doet daarom een dringend beroep om van deze bezuiniging af te zien.
Zwaard van Damocles
De langstudeerboete werd in 2012 al eens ingevoerd én zo snel mogelijk weer afgeschaft. Deze idiote maatregel doet geen recht aan de realiteit van het onderwijs en de oorzaken van studievertraging. Het mag verkocht worden als een duwtje in de rug, maar is een zwaard van Damocles boven de hoofden van studenten. Het straft degenen die al kwetsbaar zijn, verergert bestaande ongelijkheden en ondermijnt op langere termijn onze economische en maatschappelijke vooruitzichten. Dit wordt nog verergerd door het feit dat de langstudeerboete wellicht zelfs voor huidige studenten gaat gelden: niet bepaald een schoolvoorbeeld van een betrouwbare overheid.
En dat terwijl we dus weten dat de langstudeerboete van 2012 een verwoestend effect had. Het CPB heeft berekend dat de boete vooral studenten uit lagere inkomensgroepen ontmoedigde om te studeren of überhaupt te starten met een studie. Uit onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) bleek dat de boete leidde tot verhoogde stressniveaus en mentale gezondheidsproblemen onder studenten. Juist die studenten die door persoonlijke omstandigheden, ziekte, een functiebeperking of mantelzorgtaken vertraging opliepen, werden onevenredig hard getroffen.
De boete had ook negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs. Universiteiten en hogescholen werden gedwongen om hun curricula te herzien en examens te vereenvoudigen om ervoor te zorgen dat studenten sneller konden afstuderen. Dit ging ten koste van de diepgang en de breedte van het onderwijsaanbod. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) signaleerde dat deze druk zelfs leidde tot een daling van de onderwijskwaliteit.
Stortvloed aan procedures
De invoering van de langstudeerboete bracht een enorme administratieve rompslomp met zich mee voor onderwijsinstellingen Ook uitvoeringsorganen zoals Duo hadden grote problemen bij het uitvoeren van deze boete. De complexiteit van de regeling leidde tot fouten en een stortvloed aan bezwaarschriften en juridische procedures.
Ten slotte toonde onderzoek van het Roa (Research Centre for Education and the Labour Market) aan dat afgestudeerden met een bredere en diepere academische vorming beter voorbereid zijn op de uitdagingen van een dynamische arbeidsmarkt. De druk om snel af te studeren kan leiden tot een vermindering van de tijd die studenten besteden aan buitenlandervaringen en extra-curriculaire activiteiten (zoals bijdragen aan medezeggenschap, verenigingsbestuur of vrijwilligerswerk), wat hun kansen op de arbeidsmarkt kan schaden. Het herinvoeren van de langstudeerboete zal daarmee negatieve effecten hebben op het vestigingsklimaat en de Nederlandse economie.
Laten we toch leren van de fout die eerder werd gemaakt. Laten we kiezen voor beleid dat echt bijdraagt aan de verbetering van het hoger onderwijs in Nederland. Dat kan door te investeren in maatregelen die studenten ondersteunen om succesvol en zonder onnodige druk hun studie te voltooien. Maatregelen die bijdragen aan een hoogwaardig en inclusief onderwijssysteem en daarmee aan de toekomst van Nederland waarop wij allemaal trots op kunnen zijn.