Meer betekenis van sport
Afgelopen week vond de intreerede van lector Impact of Sport Koen Breedveld plaats op De Haagse Hogeschool, locatie Sportcampus Zuiderpark. Verschillende sprekers uit het onderzoek, de (sport)sector en studenten spraken over hoe we met elkaar betekenis van sport (kunnen) creëren. De maatschappij draait steeds meer om sport in de breedste zin van het woord. Sportkleding is tegenwoordig geschikt voor elke gelegenheid en krant en televisie staan bol van (uitzonderlijke) sportieve prestaties. Toch wordt er nauwelijks meer gesport en blijft het aantal leden van sportverenigingen achter bij de groei van de bevolking. Hoe zorgen we ervoor dat men blijft sporten en de positieve impact van sport ervaart? En hoe betrekken we sportaanbieders en -verenigingen hierbij? Deze en andere vragen kwamen aan bod in het uiteenlopende programma op 21 maart.
Een locatie die sport uitstraalt
De locatie van dit event was niet zomaar gekozen. Arend Hardorff, College van bestuur lid van De Haagse Hogeschool benoemde het terecht: ‘De Sportcampus is niet alleen een mooie locatie, maar ook zeer treffend voor deze middag in het teken van sport’. De Sportcampus Zuiderpark is naast een zeer imposant gebouw, het hart van (inter)nationaal sporten. Het is een stadion met sportveldencomplex voor zaalsport, strandsporten en andere sporten. Jeugdleden van Haagse sportverenigingen trainen er, maar ook de leden van het nationaal beachvolleybal-team. Ook vinden er de interlands en EK’s en WK’s plaats. Voor de Gemeente Den Haag is deze plek belangrijk.
Peter Van Veen, directeur sport, onderwijshuisvesting en maatschappelijk vastgoed bij de gemeente vertelde erover: ‘Sport en bewegen is ontzettend belangrijk en wel om verschillende redenen: een groot maatschappelijk belang (gezondheid en welzijn van inwoners), het effect op fysieke en mentale gezondheid, persoonlijke ontwikkeling van normen en waarden maar ook draagt het bij aan de sociale cohesie van de stad’. De gemeente zet actief in op sport en daarbij zijn deze effecten van sport(evenementen) belangrijk. Van Veen benadrukt: ‘Den Haag is de sportstad aan zee. We dromen van een stad waarbij alle Hagenaren en Hagenezen op een of andere manier actief zijn en/of bezig zijn met hun lichamelijke gezondheid’.
Doorloop in sport: van uitstroom naar doorstroom
Hoe bereiden we zo’n goede droom? Een stad vol activiteit en beweging? Er zijn namelijk ook veel uitdagingen. Tijd, geld, ruimte spelen allemaal een rol. Het inwonersaantal groeit; dit zijn mensen die huisvesting nodig hebben. Maar met een groeiend aantal inwoners, groeit de vraag ook naar vrijetijdsbesteding.
Guido Davio, directeur sportparticipatie NOC*NSF sprak over sportambitie: we moeten van uitstroom naar doorstroom. ‘Sport levert een grote bijdrage voor het individu en de massa. We geloven in de kracht van sport. Toch zien we dat men niet snel wisselt van sport: doorstroom ontbreekt.’ Wanneer iemand niet meer kan voetballen door een blessure, zit de winst hem in deze persoon bijvoorbeeld aan het wandelen te krijgen. Sportplezier moet hier volgens Davio bij voorop staan. ‘Als je iets leuk vindt, dan is de kans kleiner dat je stopt.’ Een opgave zit hem in de kennis vanuit onderzoek in praktijk te vertalen.
Onderzoek met impact in praktijk
Opleidingsmanager Sportkunde en International Sport Management Esthrella Khouw was dagvoorzitter van het event. Zij kent als geen andere de liefde voor sport en vertelde over samenwerkingen die opgezet zijn door De Haagse, om samen met lokale partners impact te maken in de praktijk.
Tijdens een studentenpanel onder leiding van Rob Leede, werden bevindingen van een studentenproject in de wijk Escamp (Den Haag) besproken. Studenten van uiteenlopende opleidingen kunnen een minor volgen gericht op ‘impact van sport’. Daarbinnen wordt praktijkonderzoek uitgevoerd waarbij de studenten de wijk ingaan: samen sporten met kinderen, informatie uitvragen bij ouders of gedrag observeren.
Dit creëert waardevolle momenten voor alle partijen. Een student vertelde: ‘Een meisje dat gepest werd op school, vond meer zelfvertrouwen door vechtsport en kon trots zijn op zichzelf. Maar eigenlijk geldt dat voor mezelf ook. Ik kwam de minor verlegen binnen, maar door op mensen af te stappen en een gesprek aan te gaan ben ik veel assertiever geworden.’
Drie onderzoekslijnen
De input vanuit alle invalshoeken kwam samen toen Koen Breedveld zelf aan de beurt was voor zijn voordracht. Tijdens zijn rede nam hij het publiek mee in zijn passie voor sport. Dit begon al jong in de weekenden bij atletiek en tennis. Maar ook sprak hij over zijn observaties van de sportsector en hoe hij samen met zijn elftal van onderzoekers (lees: lectoraat) een bijdrage wil leven aan de toekomst van sport, middels 3 lijnen:
Sport in de wijk. Hoe stimuleren we sport en bewegen? Het lectoraat Impact of Sport onderzoekt dat in wijken waar sporten minder vanzelfsprekend is: waar sprake is van armoede, waar mensen niet met sport opgroeien, andere zorgen hebben. Een prachtig voorbeeld zijn de beweegsessies met ouderen en mensen met een beperking.
Vitaal sportaanbod. Nederland kan trots zijn op zijn verenigingen, zwembaden en fitnesscentra. Desondanks lopen sportaanbieders tegen uitdagingen aan. Om vrijwilligers te vinden, medewerkers te behouden, nieuwe doelgroepen aan te boren en samenwerkingen aan te gaan. Het lectoraat onderzoekt de behoeften en belemmeringen en zoeken kansen.
Betekenis van sport. Sport kan veel voor mensen betekenen. Het is een plek waar ze samen met anderen plezier beleven, vaardigheden ontwikkelen en werken aan hun gezondheid. Het lectoraat onderzoekt hoe deze positieve impact gestimuleerd kan worden en negativiteit (uitsluiting bijvoorbeeld) voorkomen wordt. Een grote samenwerking hierop is net van start: Moves, waarbij de maatschappelijke waarde van topsportevenementen wordt onderzocht.
Sport is een prachtig maar ook nog jong beleidsterrein, vol kansen voor de maatschappij maar ook met uitdagingen. Breedveld: ‘Ik kijk uit naar de spannende vraagstukken die ongetwijfeld opdoemen en ben blij dat we met een grote groep er werk van gaan maken om meer betekenis van sport te creëren.’