Nieuwe lector houdt intreerede ‘Inclusie gaat over macht’
Inclusief onderwijs staat hoog op de agenda van De Haagse. Sinds 1 januari 2021 is Naomi van Stapele lector Inclusive Education bij kenniscentrum Global & Inclusive Learning. 16 september geeft ze haar intreerede. “Inclusie gaat over het tegengaan van macht. En dat vereist radicaal kritisch denken.”
“Je moet continu alert blijven op wat inclusie écht inhoudt. Vaak zijn er wel goede intenties, maar wordt de kern van het probleem niet aangepakt. Inclusie gaat expliciet niet over het aanpassen aan de meerderheid, aan het dominante systeem. Inclusie gaat juist over het tegengaan van enige vorm van dominantie, en dat begint bij jezelf onbevooroordeeld openstellen voor de perspectieven en achtergronden van anderen. Dit is natuurlijk des te belangrijker in het hoger onderwijs waar we kritisch denken willen stimuleren bij onze studenten.”
Taal
Het gesprek over inclusie begint volgens Naomi al met taalgebruik. “We moeten erg zorgvuldig zijn met onze taal.” Voor je het weet, praat je de taal van het gevestigde systeem en draag je bij aan het in stand houden van vooroordelen of het reproduceren van achtergestelde posities. “Neem het woord ‘gehandicapt’. Iemand is niet gehandicapt. De samenleving maakt iemand gehandicapt door iemand normatief te beoordelen en te benadelen door bijvoorbeeld geen rekening te houden met verschillende vormen van mobiliteit.”
Somalië
“Onze hogeschool is zeer divers. Onze studenten komen letterlijk uit alle windhoeken. Als docent heb je een pedagogische verantwoordelijkheid om te leren, ook van studenten. Taal is ons instrument. We hebben allerlei aannames in onze manier van lesgeven die zijn beïnvloed door de dominante normen in onze samenleving. Vorig jaar sprak ik een Somalische student die van haar docent hoorde dat Somalië een gefaalde staat zou zijn. Dit is een Eurocentrische framing. Veel Somaliërs die ik ken praten liever over een staat die vernietigd is.”
Nieuwe onderwijstaal
De Haagse, zo benadrukt Naomi, heeft prachtige intenties voor inclusief onderwijs. “Maar ondanks al het goede werk zijn we er natuurlijk nog niet. Inclusief onderwijs vergt constant werk, van ons allemaal. Ik snap bijvoorbeeld dat nog niet iedereen inclusief taal gebruikt in hun onderwijs. In ons project over inclusief taalgebruik werken studenten en docenten aan een nieuwe onderwijstaal. Deze taal heeft diversiteit als uitgangspunt zodat er geen ‘normaal’ meer is, en dus ook geen ‘abnormaal’”
Skinclusief
Taal is de basis voor zowel de inhoud als de vorm van onderwijs. Naomi: “Neem de opleiding Huidtherapie. Een aantal studenten signaleerden dat het onderwijs te eenzijdig gericht was op de witte huid. Nu werken studenten en docenten in ons project Partner UP aan vernieuwing van de inhoud van het onderwijs waarin structureel aandacht is voor alle huidtypes en -kleuren.”
Stagediscriminatie
Het lectoraat Inclusive Education is betrokken bij 14 nationale en internationale onderzoeksprojecten. Zo werkt het lectoraat lokaal mee aan het project Haagse aanpak stagediscriminatie. Met actiegericht onderzoek worden concrete oplossingen gezocht. “Ik heb verhalen gehoord dat docenten aan hun studenten van kleur adviseerden om geen foto op te nemen in het cv en de achternaam te versimpelen. Schokkend natuurlijk.”
Hoop is discipline
Ondanks het feit dat volgens Naomi het dominante denken nog steeds overheerst in de samenleving, spreekt ze zich hoopvol uit voor een inclusieve toekomst. “Ik werk al 30 jaar in Kenia en van de jongeren daar heb ik geleerd dat hoop discipline is. Aan de ene kant zie je nu in Nederland een verharding in het publieke debat; aan de andere kant gebeurt er ontzettend veel en is het nu belangrijk om al die acties met elkaar te verbinden voor echte verandering.”
Blinde vlek
Transformatie begint volgens de lector eerst bij jezelf. “Het is een collectief proces dat begint bij jezelf vragen stellen. Hoe ga ik met andere mensen om? Waar zit mijn blinde vlek? We moeten met elkaar een radicaal kritische blik richten naar binnen. Als ik voor een groep sta en ik praat bijvoorbeeld over ‘wij’, dan vraag ik of iedereen zich wel geïncludeerd voelt. Daarmee creëer je ruimte voor dialoog. En dat is nu misschien meer dan ooit keihard nodig.”