Partner Up! wil in een informele samenwerking het onderwijs verbeteren
Carien Verhoeff: ‘Al zoekend loslaten wat we jarenlang gewend zijn’
Ze is erg te spreken over het nieuwe Instellingsplan en de manier waarop het tot stand is gekomen. Ze vindt het mooi dat ieder lid van het College van Bestuur regelmatig in gesprek gaat met zijn of haar eigen studentenpanel waarvoor álle studenten zijn uitgenodigd. En ze zou het geweldig vinden “wanneer studenten op het puntje van hun stoel gaan zitten om mee te praten, om invloed uit te oefenen”. In gesprek met Carien Verhoeff, die als associate lector leiding geeft aan de onderzoekslijn Student Voice en onderzoek doet naar participatie van studenten en medewerkers.
Het nieuwe Instellingsplan nodigt ons uit om de participatie in de hogeschool te versterken. We moeten op zoek naar nieuwe aansprekende samenwerkingsvormen, waar studenten, docenten en onderzoekers met elkaar werken aan onderwijsverbetering. Het project Partner Up! is hier een voorbeeld van.
Bouwen aan een lerende cultuur
Verbetering van onderwijs. Dat wil iedereen. Maar hoe bouwen we aan een lerende cultuur? Aan de basis daarvan liggen nieuwe vormen van samenwerking die ontstaan rond specifieke aansprekende vraagstukken. Vraagstukken waaraan docenten, studenten, onderzoekers en management met elkaar werken. Hoe kan iedereen die dat wil, participeren en ervaren dat zijn inbreng ertoe doet? Dat is de hamvraag in het project Partner Up! Samen met Laurence Guérin, lector Wereldburgerschap aan De Haagse Hogeschool, leidt Carien Verhoeff dit project.
Het Partner Up-project wordt gedaan binnen vier opleidingen. Bij Huidtherapie is de vraag: hoe kunnen we het curriculum zo veranderen dat er naast aandacht voor de witte huid ook aandacht is voor andere huidtypen? Bij Verpleegkunde ontdekken docenten, studenten en het management wat ze kunnen doen aan stagediscriminatie. Bij Pedagogiek gaat het over de vertaling van de visie naar de lespraktijk. En bij Industrieel Product Ontwerpen (IPO) onderzoeken docenten, studenten en management hoe ze kunnen komen tot een betere wiskundetoetsing.
We leren allemaal
Carien: “Ik word er blij van dat we met dit soort initiatieven durven te experimenteren. We zoeken naar verschillende manieren van samenwerken die ons uitnodigen om te ontdekken wat wel werkt en wat niet. Waar lopen we tegenaan? Al zoekend laten we los wat we jarenlang gewend zijn. We ontdekken wat meer ruimte geeft voor vernieuwing. Heb je een interessant vraagstuk op tafel gelegd, waar iedereen invloed op kan en wil uitoefenen, dan heb je op deze manier veel meer perspectieven aan tafel. Met die inbreng van iedereen ontstaan oplossingen die je alleen waarschijnlijk niet had kunnen bedenken. En besluiten die kunnen rekenen op meer draagvlak en effectiviteit.
Wat daarvoor nodig is, is kritisch participeren: je durven uitspreken en vertrouwen hebben in elkaar. Zo worden we een lerende community. Let wel, we leren allemáál, want niemand heeft antwoorden op vragen die in de toekomst pas spelen. Die antwoorden moeten we samen ontdekken. Studenten en docenten durven zich in Partner Up! kwetsbaar op te stellen. Alles mag gezegd worden en daarbij mogen we ook fouten maken.”
Let wel, we leren allemáál, want niemand heeft antwoorden op de vragen die in de toekomst pas spelen
Individueel bevragen
Dit klinkt aanlokkelijk. Het schept ruimte, maar níet voor het belerende vingertje. Carien: “Nee, dat gebruik ik niet zo gauw. Lachend: Hoewel, misschien denken mijn kinderen daar anders over. Wat mij wél bezighoudt – en dat is niet belerend bedoeld, het is meer een punt van aandacht – is dat wij op school makkelijk lijken te praten over inclusiviteit en participatie. Er lijkt een idee te zijn wie zich uitgesloten zou kunnen voelen. Maar voelt een persoon zich daadwerkelijk uitgesloten? Ik verkeer vaak onder jongeren. Dan hoor ik hen soms dingen tegen elkaar zeggen die heftig en discriminerend lijken. Zíj vinden dat zelf een volstrekt respectvolle omgangsvorm, terwijl je als buitenstaander de neiging hebt over deze taal te oordelen en de omgang af te keuren. Maar iedereen in die groep voelt zich gezien en erkend. Hoe voorkom je dat we – in onze opdracht en wens om inclusiviteit handen en voeten te geven – eerst ons oordeel uitspreken en vervolgens voor anderen oplossingen gaan zoeken? Veiligheid is een sociaal construct dat we samen maken. Hoe uitnodigend ben je? Partner Up! biedt ruimte om dergelijke complexe mechanismen te ontdekken.”
Stollende beweging
Carien Verhoeff doet onderzoek naar de governance op De Haagse. Zij kijkt wat nieuwe initiatieven zoals Partner Up! nodig hebben van bestuur en management. “Dan gaat het erom hoe je stuurt, hoe je je verantwoordt en hoe je daar toezicht op houdt. Als je dan bijvoorbeeld alleen vraagt naar de kpi’s, stolt de beweging, de onderwijsvernieuwing. Bevraag wat aan de orde is. Bespreek met elkaar incidenten als die er zijn geweest. Laten we niet bij ieder incident naar de ombudsman, de vertrouwenspersoon of een ander loket lopen. Dan belanden we in structuren en zijn we niet meer met elkaar in verbinding.
Mógen we nog fouten maken als collectief en als individu? Mógen we een keer het verkeerde hebben gezegd? Is er een incident geweest, bespreek dan in een ontmoeting met elkaar het vraagstuk dat onder het incident schuilgaat. Hoe werk jij daaraan? Wat heb je nodig? Governance is dan veel meer uitnodigen. Niet vrijblijvend, je nodigt de ander uit om een vraagstuk mee te helpen oplossen. Gun je de ander daarin niet de ruimte, dan beperk je jezelf en die ander.”
Informele inspraak
Als het gaat over governance, is Partner Up! een van de projecten die laat zien dat je op een andere manier met elkaar aan onderwijsverbetering kunt werken. “Natuurlijk hebben we de reguliere medezeggenschap. Daarin doen ook studenten hun zegje. Maar die vorm van medezeggenschap wordt al snel formeel. Daarnaast hebben we allerlei vormen van een informele medezeggenschap. Denk aan Partner Up! We leren elkaar om op andere manieren informatie te ontwerpen, te delen en te bevragen. Het zal mooi zijn als ergens in de besluitvorming de formele en informele inspraak met elkaar in verbinding komen en spontaan versterken. Daar gaat dit onderzoek naar governance over. Zoals de CvB-leden regelmatig praten met hun eigen studentenpanel en daarmee inzichten verwerven die hen helpen in het overleg en het nemen van besluiten.”
Hé joh, waar ben jíj nou mee bezig? Zullen we een kop koffie drinken en erover praten?
Groeiende beweging
Zoekend naar andere vormen van participatie en invloed kan Carien Verhoeff het Instellingsplan erg waarderen. “Het is dialogisch tot stand gekomen. In het plan hebben we vastgelegd dat we cocreatie belangrijk vinden. Dat de student voice ruimte moet krijgen. Dat we veel meer samen – beroepenveld, studenten, docenten en management – vraagstukken zouden kunnen identificeren en daarop gaan onderzoeken, ontdekken en ontwerpen. Dit kan leiden tot een groeiende beweging in de school, waar iedereen zich uitgenodigd en uitgedaagd weet. En gaat het af en toe mis, dan zeggen we tegen de ander: hé joh, waar ben jíj nou mee bezig. Zullen we samen een kop koffie drinken en erover praten?”