Staat van de Haagse Economie 2020
1 maart 2021
De Gemeente Den Haag heeft in 2020 voor zichzelf een ambitieuze economische doelstelling geformuleerd voor 2030. Ze wil in 2030 een economie zijn met brede economische bloei, dat wil zeggen een economie die floreert en...
De Gemeente Den Haag heeft in 2020 voor zichzelf een ambitieuze economische doelstelling geformuleerd voor 2030. Ze wil in 2030 een economie zijn met brede economische bloei, dat wil zeggen een economie die floreert en waarvan iedereen profiteert. Daarbij richt ze zich op vier pijlers: een attractieve stad om te wonen, te werken en te bezoeken, een economie met een veerkrachtige structuur, een excellent ondernemingsklimaat en voldoende ruimte voor bedrijvigheid.
De monitor Staat van de Haagse Economie 2020 is een nulmeting van het te voeren beleid. In de monitor wordt gekeken hoe de economie en de vier pijlers er in 2019 voorstaan, hoe de ontwikkeling was sinds de banken- en eurocrisis en hoe Den Haag afsteekt tegen de andere drie grote gemeentes. De monitor is uitgevoerd door het Kenniscentrum Governance of Urban Transitions (GUTS) van De Haagse Hogeschool in samenwerking met de Gemeente Den Haag.
Deze monitor laat een positief beeld zien van de Haagse economie met belangrijke aandachtspunten. In de periode 2014-2019 realiseerde Den Haag economische groei (stijging BBP, groei banen, meer bedrijvigheid), verminderde de werkloosheid en stegen de inkomens. De groei was bovendien breed: de werkloosheid daalde sneller onder lager opgeleiden, niet-westerse migranten en jongeren dan andere groepen. Een aandachtspunt is dat de groei na de vorige economische crisis trager op gang kwam dan die van de andere drie grote steden. Ook zijn er veel mensen zonder werk én ook niet hiernaar op zoek. Deze groep inactieven is in relatieve zin groter in Den Haag dan in Amsterdam en Utrecht en nam vrijwel niet af in de periode 2014-2019. De werkloosheid en inactiviteit concentreert zich verder, ondanks afgenomen achterstand, nog steeds bij lager opgeleiden, jongeren en bewoners van achterstandswijken. De coronacrisis raakt deze kwetsbare groepen bovendien het hardst. Personen met de meest kwetsbare positie op de arbeidsmarkt (tijdelijk contract, laagbetaald), ervaren het vaakst baan- en inkomensverlies en voelen zich ook het vaakst onzeker over het behoud van hun baan en inkomen als gevolg van de coronacrisis.
De monitor laat zien dat het achterblijven van de economische groei in Den Haag ten opzichte van de andere drie grote steden met name ligt aan de economische structuur van Den Haag. Den Haag kent een grotere overheidssector en de sectoren met economische groeikansen zijn kleiner in omvang dan in de andere drie grote steden. Dit belemmerde de economische groei. Tegelijkertijd zorgt deze structuur ervoor dat de economische krimp en de oplopende werkloosheid in Den Haag in het eerste jaar van de coronacrisis relatief gezien beperkt is gebleven. Den Haag wordt een aantrekkelijke stad gevonden om te wonen, te werken en te bezoeken en kent een dynamisch ondernemingsklimaat met groeiende bedrijvigheid en een sterke stijging van het aantal ZZP’ers. Wel kent Den Haag als gevolg bevolkingsgroei en ontwikkelingen zoals meer éénpersoonshuishoudens steeds minder beschikbare ruimte voor bedrijven. De economie van Den Haag was aan de vooravond van de coronacrisis aldus op stoom gekomen, maar kende nog geen brede economische bloei. De coronacrisis verhoogt de urgentie voor de gemeente Den Haag om in te blijven zetten op brede welvaart en op vermindering van de tweedeling in de stad.
Meer informatie hierover is ook te vinden op de website van gemeente Den Haag.
Bij vragen en of opmerkingen kun je contact opnemen met ons.
Lees hier het rapport ‘Staat van de Haagse Economie 2020. Nulmeting’.