Onze samenleving wordt steeds digitaler. Het internet is vooral voor jongeren de voornaamste informatiebron. Tegelijkertijd is er een sterke toename van online nepnieuws. Onderzoekers van het lectoraat Duurzame Talentontwikkeling deden samen met studenten van de Pabo onderzoek naar een effectieve methode om jonge kinderen mediawijzer te maken.

“Tegenwoordig is er ontzettend veel desinformatie op internet te vinden”, vertelt docent-onderzoeker Jos van Helvoort. “Neem het voorbeeld van vaccinatie tegen COVID. Het gevaar ontstaat dat door nepnieuws minder mensen zich laten vaccineren. Dat is een ernstig gezondheidsrisico.”

Meer betrokken

In de samenleving van vandaag is iedereen steeds meer betrokken. Denk aan burgerparticipatie als mantelzorg tot het willen meepraten over de inrichting van de eigen leefomgeving of het openblijven van de plaatselijke bibliotheek. “Maar”, aldus Jos, “Je kunt pas goed participeren als je de beschikking hebt over de juiste informatie.” 

Meedoen en meepraten

Mediawijsheid gaat volgens de onderzoeker aan De Haagse dan ook over het functioneren in onze samenleving. Over meedoen en meepraten. Jos: “In het enorme informatieaanbod op internet hebben steeds meer mensen moeite om onzin te onderscheiden van zinnige en nuttige informatie. Het wordt dan moeilijker om goed met de samenleving mee te doen. Dat begint langzamerhand echt een probleem te worden.” 

Zelf nepnieuws maken

In samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek voerde het lectoraat een literatuuronderzoek uit naar de vraag hoe jonge kinderen mediawijzer kunnen worden. Jos: “Het idee dat kinderen mediawijzer worden door ze zelf nepnieuwsberichtjes te laten schrijven of gemonteerde foto’s te laten fotoshoppen is wijdverbreid. Onze onderzoeksvraag daarbij was: Is dat ook een effectieve methode?”

Pabo-studenten

Afgelopen voorjaar is het onderzoek praktisch uitgewerkt samen met 3 Pabo-studenten van De Haagse. Zij hebben in samenspraak met leerkrachten van basisschool Kindcentrum Snijders in Rijswijk een didactisch concept ontworpen waarmee onderzocht werd of kinderen ook daadwerkelijk beter worden in het onderscheiden van betrouwbaar nieuws en nepnieuws door zelf nepnieuws te maken.

Een lichte dosis nepnieuws

Het lespakket over mediawijsheid dat de studenten voor het onderzoek ontwierpen, bestond uit een theoretisch en een praktisch deel. “Kinderen uit groep 7 en 8 kregen een lichte dosis nepnieuws om mee te spelen.” Zo maakten de kinderen nepnieuws met een montagefoto, een sensationeel krantenbericht en een filmpje. De lessen werden gedurende 5 weken door de studenten zelf gegeven en iedere les werd afgesloten met een multiple choice-quiz (een ‘Kahoot!’) die bestond uit 10 waar-/onwaar-vragen.

Herkennen van nepnieuws

De effectiviteit van de gekozen methode blijkt hoog. “Vanaf de tweede les waren de scores op de Kahoots hoger en het verschil tussen de scores in week 1 en week 5 was zelfs statistisch significant. De kinderen hebben zich gedurende de lessenreeks aangeleerd om de betrouwbaarheid van informatie te controleren en zijn in de loop van de 5 weken daadwerkelijk beter geworden in het herkennen van nepnieuws.”

Kritische wereldburgers

Jos ziet ook een belang voor studenten om mediawijzer te worden. “De Haagse heeft een duidelijke ambitie om studenten op te leiden tot kritische wereldburgers. Bij burgerschapsvorming is mediawijsheid een belangrijk onderdeel. Het zou goed zijn als het onderwerp wordt geïntegreerd in vakken als maatschappijleer of burgerschapskunde.” 

Daarnaast neemt De Haagse deel aan een internationaal vergelijkend onderzoek naar nepnieuws over de COVID-pandemie. “In dat onderzoek kijken we naar de manier waarop nepnieuws over COVID zich verspreidt en hoe tieners uit België, Spanje en Nederland daarmee omgaan.”

Het lectoraat Duurzame Talentontwikkeling maakt deel uit van het Kenniscentrum Global and Inclusive Learning.