Met CarE willen we onze Caribisch-Nederlandse studenten empoweren.

Inclusief onderwijs. We hebben er de mond vol van. Want we willen alle studenten gelijke kansen op studiesucces bieden. Maar één groep studenten staat wat dat betreft al jarenlang met 0-1 achter zodra ze op school komen. De Caribisch-Nederlandse studenten. Niet alleen op De Haagse, het is een landelijk aandachtspunt. Cateleine de Jong, hogeschooldocent bij de opleiding Facility Management en lid van de kenniskring van het lectoraat Inclusive Education, trekt zich het lot van deze studenten aan. Ze heeft samen met Karym Leito en Nadège Heyligar het project CarE gelanceerd. Zij is blij dat de faculteit M&O heeft besloten de studievoorschotmiddelen te steken in dit project.  

Ze hebben de juiste papieren om hier te studeren, zijn talentvol, stromen over van aspiraties en spreken vaak vier talen: Papiaments, Spaans, Engels en Nederlands. Maar ieder jaar valt de helft van de Caribisch-Nederlandse studenten in het eerste jaar al af. En slechts een handjevol slaagt erin met een diploma van school te gaan. De hoogste tijd om hier concreet wat aan te gaan doen, dachten Cateleine de Jong, Karim Leito en Nadège Heyligar. Met het project CarE willen zij deze studenten empoweren. Ze voorzien daarmee duidelijk in een behoefte, zo laat tweedejaarsstudent Paola Huiberts hieronder weten.  

Wat gaat er mis? 

Cateleine de Jong: “Caribisch-Nederlandse studenten komen met een havo-, vwo- of  mbo-4-diploma bij ons binnen. Omdat ze een Nederlands paspoort hebben, worden ze logischerwijs gezien als Nederlandse studenten en wordt hun werk bij Nederlandstalige opleidingen mede afgerekend op grond van hun schrijfvaardigheid in het Nederlands. Dat is niet eerlijk. Want de Caribische eilanden in het Koninkrijk zijn niet zoals Nederland. Je hebt daar te maken met een heel andere context dan op het vasteland van Europa. De eilanden hebben verschillende culturen. Er worden verschillende talen gesproken, waaronder het Nederlands.  

Waar de hogeschool een zachte landing voor internationale studenten faciliteert, ontbreken die faciliteiten voor Caribisch-Nederlandse studenten. Het Nederlands is een groot struikelblok. Caribisch-Nederlandse studenten die een Engelstalige opleiding volgen, doen het veel beter. Maar ook zij hebben te maken met cultuurverschillen, het ontbreken van een sociaal vangnet en met heimwee. Ook zij moeten wennen aan een ander onderwijssysteem.” 

Warmte

Paola Huiberts is tweedejaarsstudent Facility Management en actief voor CarE. Zij komt van Curaçao. “Het meest mis ik hier de warmte van de zon, maar ook de emotionele warmte. Nederlanders zijn veel individualistischer dan de mensen op Curaçao. Wij zijn gewend om te delen. Hier is het meer ieder voor zich. Nederlanders zijn ook veel directer, dat vind ik wel fijn. En op Curaçao is het vreemd om je docent bij de voornaam te noemen.  Op de bijeenkomsten die we normaal om de week in de hogeschool hebben, voel ik me thuis. Ik ontmoet daar andere Caribisch-Nederlandse studenten van wie ik niet wist dat die ook op De Haagse studeren. We ontmoeten elkaar op een laagdrempelige manier, vaak met een hapje en een drankje. We hebben het dan samen over de problemen waar we tegenaan lopen. Voor mij zijn de CarE-bijeenkomsten een soort van safe haven, waar ik ook rustig mijn Nederlands kan oefenen. Ik hoop dat we die fysieke bijeenkomsten weer snel en zonder belemmeringen kunnen gaan organiseren.” 

Zachtere landing 

Waarom een doelgroepenbenadering op een hogeschool die gaat voor inclusiviteit? Cateleine: “Wij noemen dit geen doelgroepenbenadering, maar een community-led approach. Doelgroepenbeleid is iets dat wordt opgelegd, terwijl een community-led approach werkt vanuit het perspectief en de ervaringen van de studenten. Zij zijn op deze manier ook bezig met zelfdefiniëring. De community is veel meer fluïde dan een doelgroep. Studenten bepalen heel veel zelf, op basis van hun behoeften en context. De benadering van CarE is ook toepasbaar voor andere communities. Inclusiviteit hoog houden is méér dan een lesje inclusiviteit geven. Het moet in je DNA zitten, wil je het in praktijk kunnen brengen. Ik ben lid van de kenniskring Inclusive Education en ik zie hoe we als hogeschool met dit thema worstelen. Met deze community-led approach willen we de Caribisch-Nederlandse studenten een zachtere landing op De Haagse geven. Zij voelen dat zij deel uitmaken van deze community, dat zij niet als enigen met de eerder genoemde problemen worstelen. Met die ervaring kunnen zij veel meer en beter dan nu deel uitmaken van de hogeschoolgemeenschap.” 

Kenniscoalitie

CarE is meer dan een empoweringsproject. Het heeft via het lectoraat Inclusive Education tot onderzoek geleid. Cateleine: “Er wordt onderzoek gedaan  naar thema’s als sense of belonging, studiesucces en sociaal succes onder Caribisch-Nederlandse studenten, om inzicht te krijgen in hoe CarE hieraan kan bijdragen. Met het College van Bestuur, het lectoraat en de dienst OK&C hebben we een kenniscoalitie gevormd die de verschillende stakeholders binnen De Haagse wil verbinden, om zo versnippering te voorkomen. Ook de Haagse politiek, de minister van OCW en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn spelers in dit vraagstuk.”  

Landelijke aanpak 

Omdat het probleem bij iedere hogeschool in Nederland speelt, wil de kenniscoalitie met andere hogescholen optrekken, om samen een integrale aanpak te ontwikkelen voor deze groep. Zo’n aanpak zou kunnen bestaan uit de vorming van een academic transfer year. Vanuit de Cariben is het lastig om bewust een opleiding en een hogeschool in Nederland te kiezen. In het academic transfer year willen we Caribisch-Nederlandse studenten de tijd geven om in Nederland aan verschillende opleidingen te snuffelen, zonder dat het over studiepunten gaat. Na dat jaar kunnen zij dan heel bewust de keuze voor een opleiding maken.” 

Gelijk met 0-1 achterstaan, het is een onverteerbare situatie. Gelukkig zit er beweging in die situatie. Cateleine: “Maar voor mij zijn de CarE-bijeenkomsten toch het meest bijzonder, waar onze Caribisch-Nederlandse studenten het sociaal vangnet vormen voor elkaar. We hebben in De Haagse Kwaliteitsafspraken vastgelegd dat we de studievoorschotmiddelen expliciet gebruiken voor de studeerbaarheid van het onderwijs, dus voor de studenten zelf. Ik vind het heel mooi dat mijn faculteit M&O deze middelen heeft gebruikt om een impuls te geven aan CarE.”