De studievoorschotmiddelen hadden meteen een bestemming

Nabij. Activerend. Praktijkgericht. Deze drie woorden vatten kernachtig de onderwijsvisie van de opleiding Commerciële Economie samen. Met COVID-19 als katalysator heeft de opleiding het achterliggende jaar benut om de contouren van een onderwijsvisie 2.0 te ontwikkelen. Daarin staat een intensieve studentbegeleiding centraal. De studievoorschotmiddelen helpen om deze aangescherpte visie daadwerkelijk vorm te geven, zegt teamleider Sushy Mangat.  

Voordat iemand ook maar had gehoord van COVID-19, was de opleiding Commerciële Economie enthousiast bezig haar onderwijsvisie NAP gestalte te geven. Sushy Mangat: “Daarin staan nabijheid, activerend en praktijkgericht studeren centraal. Nabijheid: we willen onze studenten niet uit het oog verliezen. Studenten moeten ook de docenten makkelijk kunnen bereiken. Verder is het belangrijk dat ze elkaar weten te vinden. Activerend: omdat wij hun dagopdrachten geven, wordt actief meedoen urgent. Ook onze cumulatieve toetsing (zie hieronder) droeg vóór COVID-19 bij aan activerend studeren. Dat ons onderwijs praktijkgericht is, spreekt voor zich. In het eerste semester krijgen de eerstejaars nog fictieve opdrachten, in het tweede semester starten zij een eigen onderneming en in het tweede jaar lopen ze al stage.” 

Ontwikkeling bijsturen 

Welke invloed heeft COVID-19 gehad op dit didactische model? En welke rol hebben de studievoorschotmiddelen in die ontwikkeling gespeeld? Het zijn twee vragen die Sushy Mangat direct in perspectief zet. “Het was niet zo dat wij de studievoorschotmiddelen in handen kregen en dachten: wat voor mooie dingen kunnen we hiermee gaan doen? Nee, door COVID-19 moesten we noodgedwongen een onderwijsontwikkeling bijsturen die daarvóór al in gang was gezet. Daarbij kwam dat extra geld heel goed uit. Dat had meteen een bestemming.” 

Nadruk op groepsproces 

Plotseling moesten we schakelen van mooi onderwijs op school naar mooi onderwijs online. Opeens werden allerlei vragen actueel: hoe richten we dat online onderwijs in? Hoe zorgen we ervoor dat we geen studenten verliezen? Dat zij genoeg punten verzamelen om door te stromen? In die situatie ben je bezig met het realiseren van je onderwijsvisie en didactisch model in een nieuwe situatie met allerlei beperkingen. Voor ons stond vast dat we de studenten intensief wilden begeleiden. Dat we hen per se fysiek les wilden blijven geven.”  Normaal krijgen de studenten bij Commerciële Economie aan het begin van de dag een projectopdracht. Zij gaan daarmee aan de slag en krijgen dezelfde dag nog feedback van de docent. “Die feedback is gericht op hóe de studenten hun opdracht aanpakken. Op het proces. Daar leren zij meer van dan wanneer de docent alleen gericht is op het eindproduct. Ook zijn we bij Commerciële Economie gewend om relatief vaak cumulatief te toetsen. Dus bij iedere toets nemen we mee wat de studenten in een eerder blok hebben geleerd.” 

Tutorbijeenkomsten 

Dit cumulatieve toetsen heeft de opleiding moeten laten voor wat het is. Maar het accent op het groepsproces, de dagopdrachten en de feedback in de middag zijn wel gehandhaafd. De klassen met 28 studenten hebben plaatsgemaakt voor groepjes van 12 studenten. Iedere klas had al een mentor als eerste aanspreekpunt én twee coaches die de studenten begeleidden in het groepsproces. Nu heeft ieder groepje een tutor die zowel de need to know-informatie geeft als het groepsproces coacht.  Sushy: “In het eerste semester van dit studiejaar hadden de studenten 2 dagdelen per week fysiek onderwijs. Door de verscherpte maatregelen moesten die in het tweede semester helaas weer worden vervangen door online lessen. Per week is 1 dagdeel gereserveerd voor de tutorbijeenkomst. In het andere dagdeel bieden vakdocenten verdieping.” 

Verrijking van studentenbestaan 

We vragen 2 studenten wat zij vinden van de aangepaste organisatie van de opleiding. Die tutorbijeenkomsten en verdiepingsbijeenkomsten vinden ze prima. Wat ze erg vinden, is dat ook die bijeenkomsten weer online gegeven moeten worden. Eerstejaarsstudent Laura Kruijdenberg vond de fysieke bijeenkomsten een verrijking van haar studentenbestaan. “Online studeer je alleen of met een groepje. Nu ben ik absoluut blij met het groepje waarin ik zit, maar ik verlang ernaar om weer gewoon naar school te gaan. Ik ben elke dag hard aan het werk op mijn kamer voor m’n computertje. Maar waarvoor? Ik zie verder niemand. Het zou mijn concentratie echt ten goede komen als ik weer naar school mag gaan.” 

‘Per se mijn propedeuse halen’ 

Haar jaargenoot Amien Assaf beaamt dat helemaal. Ook hij kijkt met plezier terug op de fysieke bijeenkomsten. “Natuurlijk had de tutor dan wat voorbereid. Maar daar wilde hij altijd van afwijken als we met vragen zaten. Nu wil hij dat online nog steeds natuurlijk. Dat is het punt niet. Maar ik mis écht het naar school gaan. Online pik je zoveel minder op dan fysiek in de klas. Als je gewoon kan doen wat je wilt, is het lastig om je te concentreren. Daarvoor moet je discipline tonen. Dat gaat mij lukken, ja. Want ik wil per se mijn propedeuse halen.”  

Nieuwe inzichten 

Sushy Mangat hoopt met Laura en Amien dat de fysieke lessen weer zo snel mogelijk kunnen worden hervat. “Voor ons is het welzijn van de studenten erg belangrijk. De monitoring daarvan hadden we al vastgelegd in procedures. Die hebben we dankzij de inzet van de studievoorschotmiddelen kunnen verfijnen. We hebben het afgelopen jaar nieuwe inzichten opgedaan over hoe je het onderwijs anders kunt organiseren. Al experimenterend komen we zo tot een NAP 2.0: goed voor de opleiding Commerciële Economie en goed voor de studenten.”