Sander Mertens, leading lector van het Centre of Expertise Mission Zero, is allang geen onbekende meer in Zuid-Afrika. Inmiddels werken hij en zijn team al een aantal jaar aan onderzoeksprojecten met onze Zuid-Afrikaanse partners. Het begon heel concreet met een kookplaat op zonne-energie, maar dat is slechts het begin. Sander: “We hebben verschillende ijzers in het vuur, en dat worden er steeds meer.”

Zuid-Afrika en Nederland zijn qua geografie en cultuur zeer verschillend. Maar de benodigde energietransitie is in beide landen verrassend vergelijkbaar. Sander legt uit: “In Nederland zit het energienet veel te vol, in Zuid-Afrika is er in veel gebieden helemaal geen energienet. Voor beide landen is dus het interessant om lokaal zonne-energie op te vangen en te verdelen via microgrids. In Zuid-Afrika in de eerste plaats om elektrisch koken mogelijk te maken. In de townships koken mensen nog altijd op hout of zelfs parafine. Je kunt je voorstellen dat dat voor enorme luchtwegproblemen zorgt! De afgelopen jaren hebben we met onze Zuid-Afrikaanse partners grote stappen gezet om microgrids aan te leggen en ‘kookklaar’ te maken. In een microgrid werkt alles op gelijkstroom. Daarom was een belangrijke stap in het proces om een kookplaat te ontwikkelen die op deze spanning werkt. Dat gebeurde voor een groot deel in ons DC Lab in Delft."

De ontwikkeling in Delft had nooit succesvol kunnen plaatsvinden zonder kennis van de lokale situatie in Zuid-Afrika. Sander: 

Toen ik in de townships in mensen hun leefwereld stapte, snapte ik pas echt waar behoefte aan is.


Profiteren van elkaars expertise 

Koken op gelijkstroom is nog maar het begin. Met een sterk microgrid kunnen mensen in de townships ook hun voedsel koelen, en kunnen boeren water oppompen zodat ze niet afhankelijk zijn van regenval. Sander: “De Zuid-Afrikaanse partners, zoals o.a. Specialized Solar Systems, kunnen onze hulp goed gebruiken bij het verzwaren van de microgrids. En wij hebben hun expertise hard nodig als het gaat om oplossingen creëren die écht gebruikt worden. Zonder kennis van de lokale situatie, is de kans groot dat we iets ontwikkelen dat te duur of anderszins onpraktisch is. Maar we kunnen nog veel meer leren van onze partners. Zo hebben ze hier een heel interessant businessmodel ontwikkeld om stroom betaalbaar te maken. En, zo ontdekten we tijdens het werkbezoek, ze zijn hier veel verder in het onderzoek naar waterstof dan wij. Dat helpt ons direct bij een lopend waterstofproject met een tuinder in het Westland.”

Aan de slag!

Al pratend ontdekken onze onderzoekers en die van Zuid-Afrikaanse universiteiten waar we elkaar kunnen aanvullen. Sinds het werkbezoek heeft dat geresulteerd in alweer 3 concrete subsidie-aanvragen voor gezamenlijk onderzoek. Om het gesprek verder te stimuleren, komt er binnenkort een mini-symposium via COIL, vertelt Sander. “Daarbij gaan onderzoekers gewoon eens vertellen met welke projecten we bezig zijn, zodat we kunnen kijken of er overlap is. Wat ik het mooist vond aan het werkbezoek, was dat ik merkte dat iedereen sterk gedreven is om impact te maken. Na het ondertekenen van de contracten om commitment af te spreken, zei een van de Zuid-Afrikaanse decanen: ‘Prachtig hoor, dat papier, maar nu moeten we wel echt aan de slag!’ Zulk enthousiasme zorgt ervoor dat we echt impact gaan maken!”